Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Unschlüssigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Unschlüssigkeit (Duits) in het Zweeds

Unschlüssigkeit:

Unschlüssigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Unschlüssigkeit (Unentschlossenheit; Schwankung; Mensur)
    tveksamhet; obeslutsamhet
  2. die Unschlüssigkeit (Zweifel; Bedenken; Zögern; )
    tvekan; obeslutsamhet
  3. die Unschlüssigkeit (Unentschlossenheit; Zweifel; Zögern; Schwankung)
    tvekan; tvivel
    • tvekan [-en] zelfstandig naamwoord
    • tvivel [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. die Unschlüssigkeit (Schwankung; Zweifel; Zögern; Unentschlossenheit)
    tvivel
    • tvivel [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Unschlüssigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obeslutsamhet Bedenken; Mensur; Schwanken; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zwiespalt; Zögern Halbschlächtigkeit; Unbeständigkeit
tvekan Bedenken; Schwanken; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zwiespalt; Zögern
tveksamhet Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit Halbschlächtigkeit
tvivel Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern

Synoniemen voor "Unschlüssigkeit":


Computer vertaling door derden: