Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Waffe:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Waffe (Duits) in het Zweeds

Waffe:

Waffe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Waffe (Gewehr; Knarre; Pistole)
    vapen; beväpning
    • vapen [-ett] zelfstandig naamwoord
    • beväpning [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Waffe (Pistole; Knarre; Spritze; Wehr; Flinte)
    pistol
    • pistol [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Waffe (Gewehr; Feuerwaffe; Flinte)
    pistol; eldvapen; gevär
    • pistol [-en] zelfstandig naamwoord
    • eldvapen zelfstandig naamwoord
    • gevär [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. die Waffe (Geschütz; Gewehr; Flinte)
    gevär
    • gevär [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Waffe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beväpning Gewehr; Knarre; Pistole; Waffe Aufrüstung; Bewaffnung
eldvapen Feuerwaffe; Flinte; Gewehr; Waffe
gevär Feuerwaffe; Flinte; Geschütz; Gewehr; Waffe
pistol Feuerwaffe; Flinte; Gewehr; Knarre; Pistole; Spritze; Waffe; Wehr Pistole
vapen Gewehr; Knarre; Pistole; Waffe Kriegsgerät; Waffen

Synoniemen voor "Waffe":

  • Kampfgerät; nicht lebendes Objekt; unbelebtes Objekt

Wiktionary: Waffe

Waffe
noun
  1. ein technisches Hilfsmittel für die Jagd und den Kampf

Cross Translation:
FromToVia
Waffe vapen arm — weapon
Waffe vapen weapon — instrument of attack or defense in combat