Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Zählen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zählen (Duits) in het Zweeds

Zählen:

Zählen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Zählen (Abzählen)
    slutsumma; sammanräkning

Vertaal Matrix voor Zählen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sammanräkning Abzählen; Zählen
slutsumma Abzählen; Zählen

Verwante vertalingen van Zählen