Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Zahnrad:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zahnrad (Duits) in het Zweeds

Zahnrad:

Zahnrad [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Zahnrad
    växel
    • växel [-en] zelfstandig naamwoord

Zahnrad

  1. Zahnrad

Vertaal Matrix voor Zahnrad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
växel Zahnrad Gang; Schalteinrichtung; Schalter; Schaltknüppel; Schwanken; Switch; Wechsel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kugghjul Zahnrad

Synoniemen voor "Zahnrad":

  • Ritzel

Wiktionary: Zahnrad

Zahnrad
noun
  1. Technik: eine kreisförmige Scheibe mit regelmäßigen Einkerbungen (Zähnen, Zacken), die zum Übertragen von (Bewegungs-)Kräften verwendet wird

Cross Translation:
FromToVia
Zahnrad tandhjul; kugghjul cog — gear; a cogwheel

Computer vertaling door derden: