Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zerstreutheit (Duits) in het Zweeds

Zerstreutheit:

Zerstreutheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zerstreutheit
    förströelse; något som distraherar
  2. die Zerstreutheit (Abwesenheit; Geistesabwesenheit)
    bortkommen; avkommande

Vertaal Matrix voor Zerstreutheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avkommande Abwesenheit; Geistesabwesenheit; Zerstreutheit
bortkommen Abwesenheit; Geistesabwesenheit; Zerstreutheit
förströelse Zerstreutheit Ableitung; Ableitungsmanövre; Ablenkung; Entspannung; Unterhaltung; Vergnügen; Zerstreuung
något som distraherar Zerstreutheit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bortkommen vergangen; verloren; verschwunden

Synoniemen voor "Zerstreutheit":


Computer vertaling door derden: