Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zustrom (Duits) in het Zweeds

Zustrom:

Zustrom [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zustrom (Strom; Andrang)
    inström
  2. der Zustrom (Andrang)
    inflöde; inströmning
  3. der Zustrom (das Zuströmen; Strom; Andrang)
    tillflöde; inströmmande; tillströmning

Vertaal Matrix voor Zustrom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inflöde Andrang; Zustrom
inström Andrang; Strom; Zustrom Einlaufdüker
inströmmande Andrang; Strom; Zustrom; das Zuströmen
inströmning Andrang; Zustrom
tillflöde Andrang; Strom; Zustrom; das Zuströmen
tillströmning Andrang; Strom; Zustrom; das Zuströmen Anstürmen; Stürmen

Synoniemen voor "Zustrom":