Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. abkömmlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abkömmlich (Duits) in het Zweeds

abkömmlich:

abkömmlich bijvoeglijk naamwoord

  1. abkömmlich (entbehrlich)
    umbärlig; umbärligt

Vertaal Matrix voor abkömmlich:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
umbärlig abkömmlich; entbehrlich
umbärligt abkömmlich; entbehrlich

Synoniemen voor "abkömmlich":


Wiktionary: abkömmlich

abkömmlich
adjective
  1. nicht zwingend benötigt; verzichtbar, unnotwendig, verfügbar, disponibel