Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. anranzen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anranzen (Duits) in het Zweeds

anranzen:

anranzen werkwoord

  1. anranzen
    banna; tillrättavisa; gräla på
    • banna werkwoord (bannar, bannade, bannat)
    • tillrättavisa werkwoord (tillrättavisar, tillrättavisade, tillrättavisat)
    • gräla på werkwoord (grälar på, grälade på, grälat på)

Vertaal Matrix voor anranzen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banna anranzen bestrafen; ermahnen; rügen; schelten; tadeln; verweisen; zurechtweisen
gräla på anranzen auszanken; schimpfen
tillrättavisa anranzen bestrafen; ermahnen; rügen; schelten; tadeln; verweisen; warnen; zurechtweisen

Wiktionary: anranzen

anranzen
verb
  1. umgangssprachlich: grob, unhöflich tadeln

Computer vertaling door derden: