Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aufmarschieren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aufmarschieren (Duits) in het Zweeds

aufmarschieren:

aufmarschieren werkwoord

  1. aufmarschieren (ausrücken)
    framrycka; frammarschera
    • framrycka werkwoord (framrycker, framryckte, framryckt)
    • frammarschera werkwoord (frammarscherar, frammarscherade, frammarscherat)

Vertaal Matrix voor aufmarschieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frammarschera aufmarschieren; ausrücken
framrycka aufmarschieren; ausrücken