Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor bekanntgeben (Duits) in het Zweeds

bekanntgeben:

bekanntgeben werkwoord

  1. bekanntgeben (melden; erwähnen; erklären; )
    tala om; lista
    • tala om werkwoord (talar om, talade om, talat om)
    • lista werkwoord (listar, listade, listat)
  2. bekanntgeben (veröffentlichen; bekanntmachen)
    publicera; ge ut; förlägga
    • publicera werkwoord (publicerar, publicerade, publicerat)
    • ge ut werkwoord (ger ut, gav ut, givit ut)
    • förlägga werkwoord (förlägger, förlade, förlagt)
  3. bekanntgeben (veröffentlichen; bekanntmachen; verkündigen)
    göra bekant; offentliggöra
    • göra bekant werkwoord (gör bekant, gjorde bekant, gjort bekant)
    • offentliggöra werkwoord (offentliggör, offentligtgjorde, offentliggjort)
  4. bekanntgeben (benachrichtigen; melden; informieren; anzeigen; mitteilen)
    meddela; informera; rapportera
    • meddela werkwoord (meddelar, meddelade, meddelat)
    • informera werkwoord (informerar, informerade, informerat)
    • rapportera werkwoord (raporterar, raporterade, raporterat)

Vertaal Matrix voor bekanntgeben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lista Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Hitliste; Hitparade; Liste; SharePoint-Liste; Tabelle; Verzeichnis
tala om Besprechen; Sprechen über
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förlägga bekanntgeben; bekanntmachen; veröffentlichen abgeben; aufstellen; ausbringen; ausgeben; deponieren; einsetzen; erstatten; herausbringen; installieren; plazieren; postieren; stellen
ge ut bekanntgeben; bekanntmachen; veröffentlichen ausgeben
göra bekant bekanntgeben; bekanntmachen; verkündigen; veröffentlichen
informera anzeigen; bekanntgeben; benachrichtigen; informieren; melden; mitteilen aufklären; aufmerksam machen; benachrichtigen; berichten; deklamieren; erläutern; hinweisen; informieren; melden; meldungmachen; mitteilen; sagen; verkünden; von etwas in Kenntnis setzen; warnen; wiedergeben
lista ausschreiben; bekanntgeben; benennen; erklären; erwähnen; informieren; melden; mitteilen; nennen; titulieren aufführen; aufschreiben; aufzeichnen; aufzählen; buchen; einschreiben; eintragen; nennen; notieren; registrieren
meddela anzeigen; bekanntgeben; benachrichtigen; informieren; melden; mitteilen berichten; erläutern; melden; meldungmachen; mitteilen; sagen; wiedergeben
offentliggöra bekanntgeben; bekanntmachen; verkündigen; veröffentlichen abgeben; ausbringen; ausgeben; erstatten; freigeben; herausbringen; mit etwas ankommen; veröffentlichen
publicera bekanntgeben; bekanntmachen; veröffentlichen abgeben; ausbringen; ausgeben; erstatten; freigeben; herausbringen; veröffentlichen
rapportera anzeigen; bekanntgeben; benachrichtigen; informieren; melden; mitteilen Geschichte erzählen; austragen; benachrichtigen; berichten; deklamieren; erzählen; melden; mitteilen; reden; sagen; schildern; sprechen
tala om ausschreiben; bekanntgeben; benennen; erklären; erwähnen; informieren; melden; mitteilen; nennen; titulieren Meldung machen von; ansprechen; ausdrücken; babbeln; beanstanden; bemerken; beraten; bereden; berichten; besprechen; beurteilen; debattieren; deklamieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; eine Aussage machen; erwähnen; erzählen; erörtern; faseln; herumerzählen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; weitererzählen; äußern; über etwas sprechen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
publicera veröffentlichen

Synoniemen voor "bekanntgeben":


Wiktionary: bekanntgeben


Cross Translation:
FromToVia
bekanntgeben annonsera; tillkännage announce — to give public notice, or first notice of
bekanntgeben deklarera declare — to make a declaration
bekanntgeben deklarera declare — to announce something formally or officially
bekanntgeben kungöra; avslöja divulge — to indicate publicly; to proclaim

Computer vertaling door derden: