Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal billig

Vertaal billig van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

billig:
- lågpris-; billig; billigt; lågpris
Wiktionary:
- billig → billig, rimlig
- billig → billig, billigt, riktig

Duits

Uitgebreide vertaling voor billig (Duits) in het Zweeds

billig:

billig bijvoeglijk naamwoord

billig (preiswert; spottbillig)
lågpris-; billig; billigt
- lågpris- bijvoeglijk naamwoord
- billig bijvoeglijk naamwoord
- billigt bijvoeglijk naamwoord
billig
billig; billigt
- billig bijvoeglijk naamwoord
- billigt bijvoeglijk naamwoord
billig (spottbillig; preiswert)
lågpris
- lågpris bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor billig:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
billig	billig; preiswert; spottbillig	banal; gewöhnlich; ordinär; platt; schofel; schäbig; vulgär
billigt	billig; preiswert; spottbillig	banal; gewöhnlich; nachlässig; ordinär; platt; schlampig; schmierig; schmutzig; schofel; schäbig; vulgär
lågpris	billig; preiswert; spottbillig
lågpris-	billig; preiswert; spottbillig

Synoniemen voor "billig":

fade; geschmacklos; heruntergekommen
armselig; kümmerlich; schwach; traurig; ärmlich
abgeschmackt; kitschig; stillos; stilwidrig; wie ein Pfingstochse
günstig; kosteneffektiv; kostengünstig; kostenwirksam; preisgünstig; preiswert; spottbillig; wohlfeil
fair; gerecht; recht

Wiktionary: billig

billig

adjective

abwertend: ideenlos, einfallslos (z. B. ein Film)
- billig → billig
abwertend: qualitativ minderwertig
- billig → billig
ursprünglich: angemessen (recht und billig)
- billig → rimlig
einen niedrigen Preis oder niedrige Kosten habend
- billig → billig

Cross Translation:

From	To	Via
• billig	→ billig	↔ cheap — low in price
• billig	→ billigt	↔ cheaply — in a cheap manner
• billig	→ riktig	↔ juste — Qui est conforme au droit, à la raison et à la justice.