Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. degenerieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor degenerieren (Duits) in het Zweeds

degenerieren:

degenerieren werkwoord

  1. degenerieren (verderben; abarten; abnehmen; ausarten; entarten)
    degenerera
    • degenerera werkwoord (degenererar, degenererade, degenererat)

Vertaal Matrix voor degenerieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degenerera Entarteter; Perversling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degenerera abarten; abnehmen; ausarten; degenerieren; entarten; verderben abarten; aus der Art schlagen; ausarten; entarten; entstellen; heruntermachen; verleiden; verzerren; zurückgehen; zurücklaufen

Synoniemen voor "degenerieren":


Wiktionary: degenerieren

degenerieren
verb
  1. sich zurückbilden, entarten

Computer vertaling door derden: