Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal duseln

Vertaal duseln van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

duseln:
- domna; dåsa; slumra; halvsova

Duits

Uitgebreide vertaling voor duseln (Duits) in het Zweeds

duseln:

duseln werkwoord (dusele, duselst, duselt, duselte, duseltet, geduselt)

duseln (dösen; schlummern; einNickerchenmachen)
domna; dåsa
- domna werkwoord (domnar, domnade, domnat)
- dåsa werkwoord (dåsar, dåsade, dåsat)
duseln (schlummern; dösen; ein Nickerchen machen)
slumra; dåsa; halvsova
- slumra werkwoord
- dåsa werkwoord (dåsar, dåsade, dåsat)
- halvsova werkwoord (halvsover, halvsovade, halvsovat)

Conjugations for duseln:

Präsens

dusele
duselst
duselt
duselen
duselt
duselen

Imperfekt

duselte
duseltest
duselte
duselten
duseltet
duselten

Perfekt

habe geduselt
hast geduselt
hat geduselt
haben geduselt
habt geduselt
haben geduselt

1. Konjunktiv [1]

dusele
duselest
dusele
duselen
duselet
duselen

2. Konjunktiv

duselte
duseltest
duselte
duselten
duseltet
duselten

Futur 1

werde duseln
wirst duseln
wird duseln
werden duseln
werdet duseln
werden duseln

1. Konjunktiv [2]

würde duseln
würdest duseln
würde duseln
würden duseln
würdet duseln
würden duseln

Diverses

dusel!
duselt!
duselen Sie!
geduselt
duselend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor duseln:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
domna	duseln; dösen; einNickerchenmachen; schlummern
dåsa	duseln; dösen; ein Nickerchen machen; einNickerchenmachen; schlummern	dösen; ein Nickerchen machen
halvsova	duseln; dösen; ein Nickerchen machen; schlummern
slumra	duseln; dösen; ein Nickerchen machen; schlummern	dösen; einNickerchenmachen; einnicken; einschlafen; einschlummern; schlummern

Computer vertaling door derden: