Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. einen Sprung machen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor einen Sprung machen (Duits) in het Zweeds

einen Sprung machen:

einen Sprung machen werkwoord

  1. einen Sprung machen (springen; hinunterspringen; hinabspringen)
    hoppa; stiga; göra ett litet hopp
    • hoppa werkwoord (hoppar, hoppade, hoppat)
    • stiga werkwoord (stiger, steg, stigit)
    • göra ett litet hopp werkwoord (gör ett litet hopp, gjorde ett litet hopp, gjort ett litet hopp)

Vertaal Matrix voor einen Sprung machen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoppa kleiner Sprung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra ett litet hopp einen Sprung machen; hinabspringen; hinunterspringen; springen
hoppa einen Sprung machen; hinabspringen; hinunterspringen; springen bockspringen; hinken; hüpfen; seilhüpfen; seilspringen; springen
stiga einen Sprung machen; hinabspringen; hinunterspringen; springen abheben; aufstehen; emporragen; emporsteigen; heraufkommen; heraufsteigen; hinaufklettern; hinaufsteigen; hinausragen; hochsteigen; hochtreiben; im Anziehen steigen; klettern; sich erheben; steigen; steigern; treten

Verwante vertalingen van einen Sprung machen