Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- förmlich:
-
Wiktionary:
- förmlich → formmässig, direkt, formell
Duits
Uitgebreide vertaling voor förmlich (Duits) in het Zweeds
förmlich:
-
förmlich (amtlich; offiziell; formell)
officiellt; officiell; formellt; högtidligt; formenligt; formenlig-
officiellt bijvoeglijk naamwoord
-
officiell bijvoeglijk naamwoord
-
formellt bijvoeglijk naamwoord
-
högtidligt bijvoeglijk naamwoord
-
formenligt bijvoeglijk naamwoord
-
formenlig bijvoeglijk naamwoord
-
-
förmlich (feierlich; stattlich; königlich; herrschaftlich; gehoben; vornehm; festlich; würdevoll; hocherhaben; herrlich; erhaben; würdig; elegant; ansehnlich)
-
förmlich (formell)
-
förmlich (schmeichlerisch; schmeichelhaft; reizend; umständlich; sehrhöflich)
smickrande-
smickrande bijvoeglijk naamwoord
-