Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal freizügig

Vertaal freizügig van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

freizügig:
- generös; generöst; storartigt; ofördomsfull; ofördomsfullt; slösaktigt; oekonomisk; oekonomiskt; givmild; givmilt
Wiktionary:
- freizügig → med full rörelsefrihet, vågad, frigjord, vidsynt, generös, fri
- freizügig → promiskuös

Duits

Uitgebreide vertaling voor freizügig (Duits) in het Zweeds

freizügig:

freizügig bijvoeglijk naamwoord

freizügig (großmütig; großzügig; edel; hochwürdig; nobel; erhaben; mild; tolerant; freigebig; duldsam; jovial)
generös; generöst; storartigt
- generös bijvoeglijk naamwoord
- generöst bijvoeglijk naamwoord
- storartigt bijvoeglijk naamwoord
freizügig (unbefangen; freisinnig; freimütig)
ofördomsfull; ofördomsfullt
- ofördomsfull bijvoeglijk naamwoord
- ofördomsfullt bijvoeglijk naamwoord
freizügig (verschwenderisch; großzügig; freigebig)
slösaktigt; oekonomisk; oekonomiskt
- slösaktigt bijvoeglijk naamwoord
- oekonomisk bijvoeglijk naamwoord
- oekonomiskt bijvoeglijk naamwoord
freizügig (generös; großzügig; edel; freigebig; jovial; weitherzig)
generös; generöst
- generös bijvoeglijk naamwoord
- generöst bijvoeglijk naamwoord
freizügig (freigebig; herzlich; großzügig; verschwenderisch; offen; mild; jovial; weitherzig)
givmild; generöst; givmilt
- givmild bijvoeglijk naamwoord
- generöst bijvoeglijk naamwoord
- givmilt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor freizügig:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
generös	duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; generös; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant; weitherzig	freigebig; generös
generöst	duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; generös; großmütig; großzügig; herzlich; hochwürdig; jovial; mild; nobel; offen; tolerant; verschwenderisch; weitherzig	freigebig; generös
givmild	freigebig; freizügig; großzügig; herzlich; jovial; mild; offen; verschwenderisch; weitherzig
givmilt	freigebig; freizügig; großzügig; herzlich; jovial; mild; offen; verschwenderisch; weitherzig
oekonomisk	freigebig; freizügig; großzügig; verschwenderisch
oekonomiskt	freigebig; freizügig; großzügig; verschwenderisch	unrentabel; verlustbringend
ofördomsfull	freimütig; freisinnig; freizügig; unbefangen
ofördomsfullt	freimütig; freisinnig; freizügig; unbefangen
slösaktigt	freigebig; freizügig; großzügig; verschwenderisch
storartigt	duldsam; edel; erhaben; freigebig; freizügig; großmütig; großzügig; hochwürdig; jovial; mild; nobel; tolerant	ausgezeichnet; außergewöhnlich; außerordentlich; eindrucksvoll; einmalig; einzigartig; fabelhaft; gewaltig; grandios; großartig; hervorragend; imponierend; imposant; phantastisch; überwältigend

Wiktionary: freizügig

freizügig

adjective

frei in der Wahl von Wohnort- und Aufenthaltsort
- freizügig → med full rörelsefrihet
speziell in sexueller Hinsicht ungezwungen
- freizügig → vågad; frigjord
nicht streng an Regeln oder gesellschaftliche Konventionen haltend
- freizügig → vidsynt; generös; fri

Cross Translation:

From	To	Via
• freizügig	→ promiskuös	↔ promiscuous — indiscriminate in choice of sexual partners