Duits

Uitgebreide vertaling voor genarbt (Duits) in het Zweeds

genarbt:

genarbt bijvoeglijk naamwoord

  1. genarbt (geadert; marmoriert; aderig; geädert; äderig)
    ådrig; ådrigt
  2. genarbt (gefurcht; geriffelt)
    karvad; karvat; ristat; skårat; skårad
  3. genarbt
    venöst; ådrig; venös; ådrigt; nervigt
  4. genarbt (gefaltet; gefurcht; geriffelt)
    skrynkligt; rynkig; rynkigt
  5. genarbt (marmoriert; geadert; aderig; geädert; äderig)
    marmorerad; ådrig; ådrat; marmorerat; ådrigt

Vertaal Matrix voor genarbt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
karvad gefurcht; genarbt; geriffelt
karvat gefurcht; genarbt; geriffelt
marmorerad aderig; geadert; genarbt; geädert; marmoriert; äderig durchwachsen; marmorartig; marmoriert
marmorerat aderig; geadert; genarbt; geädert; marmoriert; äderig durchwachsen; marmoriert
nervigt genarbt
ristat gefurcht; genarbt; geriffelt
rynkig gefaltet; gefurcht; genarbt; geriffelt
rynkigt gefaltet; gefurcht; genarbt; geriffelt gekreuzelt; runzlig
skrynkligt gefaltet; gefurcht; genarbt; geriffelt
skårad gefurcht; genarbt; geriffelt
skårat gefurcht; genarbt; geriffelt
venös genarbt
venöst genarbt
ådrat aderig; geadert; genarbt; geädert; marmoriert; äderig
ådrig aderig; geadert; genarbt; geädert; marmoriert; äderig
ådrigt aderig; geadert; genarbt; geädert; marmoriert; äderig marmoriert