Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. infantil:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor infantil (Duits) in het Zweeds

infantil:

infantil bijvoeglijk naamwoord

  1. infantil (kindlich; kindisch; albern)
    barnsligt; lik ett barn; likt ett barn
  2. infantil (kindlich; naiv; kindisch)
    barnslig; barnsligt; infantilt

Vertaal Matrix voor infantil:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barnslig infantil; kindisch; kindlich; naiv armselig; bubenhaft; dürftig; jungenhaft; karg; kindisch; kindlich; knabenhaft; kärglich; minderwertig; schofel; schäbig; unreif; ärmlich
barnsligt albern; infantil; kindisch; kindlich; naiv armselig; bubenhaft; dürftig; jungenhaft; karg; kindisch; kindlich; knabenhaft; kärglich; minderwertig; schofel; schäbig; unreif; ärmlich
infantilt infantil; kindisch; kindlich; naiv
lik ett barn albern; infantil; kindisch; kindlich
likt ett barn albern; infantil; kindisch; kindlich

Synoniemen voor "infantil":


Wiktionary: infantil

infantil
adjective
  1. gehoben: das Kind betreffend, kindlich, kindisch
  2. abwertend: nicht reif, unterentwickelt