Duits
Uitgebreide vertaling voor informativ (Duits) in het Zweeds
informativ:
-
informativ (lehrreich; informatorisch; wissenswert; instruktiv)
lärorikt; informativ; informativt; instruktiv; instruktivt-
lärorikt bijvoeglijk naamwoord
-
informativ bijvoeglijk naamwoord
-
informativt bijvoeglijk naamwoord
-
instruktiv bijvoeglijk naamwoord
-
instruktivt bijvoeglijk naamwoord
-
-
informativ (interessant; lehrreich; anregend; spannend)
intressant-
intressant bijvoeglijk naamwoord
-
-
informativ
upplysande-
upplysande bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor informativ:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| upplysande | Beleuchtung; Belichtung | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| informativ | informativ; informatorisch; instruktiv; lehrreich; wissenswert | |
| informativt | informativ; informatorisch; instruktiv; lehrreich; wissenswert | |
| instruktiv | informativ; informatorisch; instruktiv; lehrreich; wissenswert | |
| instruktivt | informativ; informatorisch; instruktiv; lehrreich; wissenswert | |
| intressant | anregend; informativ; interessant; lehrreich; spannend | |
| lärorikt | informativ; informatorisch; instruktiv; lehrreich; wissenswert | |
| upplysande | informativ |
Synoniemen voor "informativ":
Wiktionary: informativ
informativ
adjective
-
der Information dienend, Auskunft gebend, Interesse weckend
- informativ → informativ