Klanglos in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

klanglos:
- tonlöst; tonlös; entonig; ljudlös; klanglöst; ljudlöst; entonigt; i tysthet; tystlåten; under tystnad

Duits

Uitgebreide vertaling voor klanglos (Duits) in het Zweeds

klanglos (tonlos)
tonlöst; tonlös
- tonlöst bijvoeglijk naamwoord
- tonlös bijvoeglijk naamwoord
klanglos (lautlos; geräuschlos)
entonig; ljudlös; klanglöst; ljudlöst; entonigt
- entonig bijvoeglijk naamwoord
- ljudlös bijvoeglijk naamwoord
- klanglöst bijvoeglijk naamwoord
- ljudlöst bijvoeglijk naamwoord
- entonigt bijvoeglijk naamwoord
klanglos (ohne Geräusch; ruhig; still; leise; geräuschlos; lautlos; schweigend; schweigsam; tonlos)
i tysthet; tystlåten; under tystnad
- i tysthet bijvoeglijk naamwoord
- tystlåten bijvoeglijk naamwoord
- under tystnad bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
entonig	geräuschlos; klanglos; lautlos	abgeschmackt; dösig; eintönig; fade; langweilig; öde
entonigt	geräuschlos; klanglos; lautlos
i tysthet	geräuschlos; klanglos; lautlos; leise; ohne Geräusch; ruhig; schweigend; schweigsam; still; tonlos
klanglöst	geräuschlos; klanglos; lautlos
ljudlös	geräuschlos; klanglos; lautlos
ljudlöst	geräuschlos; klanglos; lautlos	geräuschlos
tonlös	klanglos; tonlos
tonlöst	klanglos; tonlos
tystlåten	geräuschlos; klanglos; lautlos; leise; ohne Geräusch; ruhig; schweigend; schweigsam; still; tonlos	feindselig; haßerfüllt; schweigsam; verbissen; verhalten; wenig sprechend
under tystnad	geräuschlos; klanglos; lautlos; leise; ohne Geräusch; ruhig; schweigend; schweigsam; still; tonlos