Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kommend:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor kommend (Duits) in het Zweeds

kommend:

kommend bijvoeglijk naamwoord

  1. kommend (folgend; nachstehend)
    näst
    • näst bijvoeglijk naamwoord
  2. kommend (nachstehend; folgend)
    nästa; följande

Vertaal Matrix voor kommend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
följande Erbfolge
nästa Nächste
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nästa durchsteppen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
följande folgend; kommend; nachstehend entsprechend; folgende; folgens; gemäß; in Übereinstimmung mit; kraft; nachfolgend; nachstehend
näst folgend; kommend; nachstehend
nästa folgend; kommend; nachstehend

Synoniemen voor "kommend":


Wiktionary: kommend

kommend
adjective
  1. in der Zukunft eintretend, bevorstehend

Cross Translation:
FromToVia
kommend närbelägen; grann- prochain — Voisin, suivant.

Verwante vertalingen van kommend