Duits
Uitgebreide vertaling voor launisch (Duits) in het Zweeds
launisch:
-
launisch (mürrisch; schlecht gelaunt; nörgelig; übellaunig; launenhaft)
vara på dåligt humör; vresigt-
vara på dåligt humör bijvoeglijk naamwoord
-
vresigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
launisch
-
launisch
-
launisch (launenhaft; unberechenbar; flatterhaft; unbeständig; nicht voraussagbar; unbefahrbar; variabel; übellaunig; veränderlich; wetterwendisch; wandelbar; schlecht gelaunt)
oberäknelig; flyktig; oberäkneligt; ombytligt; flyktigt; obeständigt-
oberäknelig bijvoeglijk naamwoord
-
flyktig bijvoeglijk naamwoord
-
oberäkneligt bijvoeglijk naamwoord
-
ombytligt bijvoeglijk naamwoord
-
flyktigt bijvoeglijk naamwoord
-
obeständigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
launisch (flatterhaft; unberechenbar; launenhaft)
-
launisch (verdrießlich; trüb; niedergeschlagen; düster; bedrückt; schwermütig; freudlos; griesgrämig; trübsinnig; mürrisch; launenhaft; finster; grimmig; trübselig; gedrückt; schlechtgelaunt; übellaunig)
Vertaal Matrix voor launisch:
Synoniemen voor "launisch":
Wiktionary: launisch
launisch
adjective
Computer vertaling door derden: