Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. machtlos:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor machtlos (Duits) in het Zweeds

machtlos:

machtlos bijvoeglijk naamwoord

  1. machtlos (hilflos; wehrlos; kraftlos; unvermögend; unbemittelt)
    hjälplöst; hjälplös; maktlös; försvarslöst; maktlöst

Vertaal Matrix voor machtlos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maktlös beengende Situation
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
försvarslöst hilflos; kraftlos; machtlos; unbemittelt; unvermögend; wehrlos
hjälplös hilflos; kraftlos; machtlos; unbemittelt; unvermögend; wehrlos kraftlos; ohnmächitg; wehrlos
hjälplöst hilflos; kraftlos; machtlos; unbemittelt; unvermögend; wehrlos kraftlos; ohnmächitg; schlaff; schlapp; wehrlos
maktlös hilflos; kraftlos; machtlos; unbemittelt; unvermögend; wehrlos kraftlos; schlaff; schlapp
maktlöst hilflos; kraftlos; machtlos; unbemittelt; unvermögend; wehrlos kraftlos; schlaff; schlapp

Wiktionary: machtlos

machtlos
adjective
  1. ohne Fähigkeit/Möglichkeit, in bestimmte Entwicklungen steuernd einzugreifen

Verwante vertalingen van machtlos