Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. manisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor manisch (Duits) in het Zweeds

manisch:

manisch bijvoeglijk naamwoord

  1. manisch
    manisk; maniskt

Vertaal Matrix voor manisch:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manisk manisch besessen; fanatisch; hingebungsvoll
maniskt manisch besessen; fanatisch; hingebungsvoll

Wiktionary: manisch

manisch
adjective
  1. einer Manie entspringend; krankhaft übersteigert
  2. Psychologie: für die Manie kennzeichnend; krankhaft heiter; erregt