Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal puffen

Vertaal puffen van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

puffen:
- banka; hamra; dunka; bulta; klampa; klappra

Duits

Uitgebreide vertaling voor puffen (Duits) in het Zweeds

puffen:

puffen werkwoord (puffe, puffst, pufft, puffte, pufftet, gepufft)

puffen (stoßen; knuffen)
banka; hamra; dunka; bulta; klampa; klappra
- banka werkwoord (bankar, bankade, bankat)
- hamra werkwoord (hamrar, hamrade, hamrat)
- dunka werkwoord (dunkar, dunkade, dunkat)
- bulta werkwoord (bultar, bultade, bultat)
- klampa werkwoord (klampar, klampade, klampat)
- klappra werkwoord (klapprar, klapprade, klapprat)

Conjugations for puffen:

Präsens

puffe
puffst
pufft
puffen
pufft
puffen

Imperfekt

puffte
pufftest
puffte
pufften
pufftet
pufften

Perfekt

habe gepufft
hast gepufft
hat gepufft
haben gepufft
habt gepufft
haben gepufft

1. Konjunktiv [1]

puffe
puffest
puffe
puffen
puffet
puffen

2. Konjunktiv

puffte
pufftest
puffte
pufften
pufftet
pufften

Futur 1

werde puffen
wirst puffen
wird puffen
werden puffen
werdet puffen
werden puffen

1. Konjunktiv [2]

würde puffen
würdest puffen
würde puffen
würden puffen
würdet puffen
würden puffen

Diverses

puff!
pufft!
puffen Sie!
gepufft
puffend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor puffen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
banka	knuffen; puffen; stoßen	Geld auf der Bank tun; ansammeln; aufbewahren; sammeln; scharen; sparen; versammeln; übrigbehalten
bulta	knuffen; puffen; stoßen	feinreiben; hauen; hämmern; hämmern mit ein Hammer; rammen; schlagen; schwabbeln
dunka	knuffen; puffen; stoßen	feinreiben; hauen; hämmern; rammen; schlagen; schnalzen
hamra	knuffen; puffen; stoßen	dreschen; feinreiben; hart schlagen; hauen; hämmern; hämmern mit ein Hammer; rammen; schlagen; verkloppen
klampa	knuffen; puffen; stoßen	aufwinden; lärmen; poltern; stampfen
klappra	knuffen; puffen; stoßen	aufwinden; klöppeln; lärmen; poltern; stampfen