Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sich Mindern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sich Mindern (Duits) in het Zweeds

sich Mindern:

sich Mindern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. sich Mindern (Verschleißen; Abnutzen)
    utsliten; utmattande

Vertaal Matrix voor sich Mindern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utmattande Abnutzen; Verschleißen; sich Mindern
utsliten Abnutzen; Verschleißen; sich Mindern
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utsliten abgelebt; abgenutzt; abgerackert; abgewetzt; erschöpft; hundemüde; schäbig; todmüde; veraltet; verlottert; verschlissen; vertreten

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van sich Mindern