Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. solvabel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor solvabel (Duits) in het Zweeds

solvabel:

solvabel bijvoeglijk naamwoord

  1. solvabel (bekannt; zuverlässig; familiär; )
    välbekant; invand
  2. solvabel (kreditwürdig; solvent; zahlungsfähig; kreditfähig)
    solvent

Vertaal Matrix voor solvabel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invand bekannt; familiär; gewohnt; glaubhaft; glaubwürdig; solide; solvabel; zuverlässig
solvent kreditfähig; kreditwürdig; solvabel; solvent; zahlungsfähig
välbekant bekannt; familiär; gewohnt; glaubhaft; glaubwürdig; solide; solvabel; zuverlässig allbekannt; weitbekannt