Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. subtil:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor subtil (Duits) in het Zweeds

subtil:

subtil bijvoeglijk naamwoord

  1. subtil (dünn; gemütlich; fein; zart)
    fint; subtil; tunn; tunnt; subtilt
    • fint bijvoeglijk naamwoord
    • subtil bijvoeglijk naamwoord
    • tunn bijvoeglijk naamwoord
    • tunnt bijvoeglijk naamwoord
    • subtilt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor subtil:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fint dünn; fein; gemütlich; subtil; zart delikat; empfindlich; empfindsam; fein; heikel; hilflos; liebend; quetschbar; sanft; sanftmütig; schleimig; schwächlich; verletzbar; zart; zärtlich
subtil dünn; fein; gemütlich; subtil; zart
subtilt dünn; fein; gemütlich; subtil; zart feinsinnig; verblümt; verschmitzt
tunn dünn; fein; gemütlich; subtil; zart hautartig; hautdünn; häutig
tunnt dünn; fein; gemütlich; subtil; zart dünn; hautartig; hautdünn; häutig; schal; verlängert; wässerig; wäßrig

Synoniemen voor "subtil":


Wiktionary: subtil

subtil
adjective
  1. zart, fein
  2. detailliert, in die Feinheiten gehend
  3. spitzfindig, scharfsinnig

Cross Translation:
FromToVia
subtil amper; egg; gräll; gäll; skarp; subtil; spirituell findélié, menu, mince ou étroit.
subtil subtil subtil — désuet|fr Qui est délié, fin, menu.