Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. unbändig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unbändig (Duits) in het Zweeds

unbändig:

unbändig bijvoeglijk naamwoord

  1. unbändig (ungestüm; heftig; stürmisch; tosend; wild)
    våldsam; stormigt; stormig
  2. unbändig (zerzaust; unordentlich; chaotisch; verwildert)
    laglöst; laglös
  3. unbändig (ausgelassen)
    väsnande

Vertaal Matrix voor unbändig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stormigt Gewitter; Sturm; Stürmigkeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laglös chaotisch; unbändig; unordentlich; verwildert; zerzaust
laglöst chaotisch; unbändig; unordentlich; verwildert; zerzaust
stormig heftig; stürmisch; tosend; unbändig; ungestüm; wild stürmisch
stormigt heftig; stürmisch; tosend; unbändig; ungestüm; wild stürmisch
väsnande ausgelassen; unbändig
våldsam heftig; stürmisch; tosend; unbändig; ungestüm; wild angreifend; grell; grimmig; heftig; intensiv; scharf

Synoniemen voor "unbändig":