Duits
Uitgebreide vertaling voor unedel (Duits) in het Zweeds
unedel:
-
unedel (schuftig; schlimm; öffentlich; tief; niedrig; schwach; schmutzig; schlecht; winzig; gemein; platt; scheußlich; seicht; schäbig; verrucht; tückisch; obszön; schweinisch; trivial; verbrecherisch; schlüpfrig; schelmisch; niederträchtig; schofel; schwächlich; schamlos; schmählich; schändlich; schurkisch; nicht adlig)
Vertaal Matrix voor unedel:
Computer vertaling door derden: