Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. unfachmännisch:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unfachmännisch (Duits) in het Zweeds

unfachmännisch:

unfachmännisch bijvoeglijk naamwoord

  1. unfachmännisch (unzuständig; unfähig; inkompetent)
    inkapabel; inkompetent; inkapabelt
  2. unfachmännisch (inkompetent)
    ovan; ovant; oförfaren; oförfaret; oövat

Vertaal Matrix voor unfachmännisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inkompetent Laie
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inkapabel inkompetent; unfachmännisch; unfähig; unzuständig
inkapabelt inkompetent; unfachmännisch; unfähig; unzuständig
inkompetent inkompetent; unfachmännisch; unfähig; unzuständig inkompetent; nicht zuständig; unbefugt; unfähig; ungeeignet; untauglich
oförfaren inkompetent; unfachmännisch
oförfaret inkompetent; unfachmännisch
ovan inkompetent; unfachmännisch außergewöhnlich; außerordentlich; unerfahren; ungewohn; ungewohnt; ungewöhnlich; ungeübt; unreif; unüblich; vorbei; vorüber; über
ovant inkompetent; unfachmännisch
oövat inkompetent; unfachmännisch