Unzufrieden in het Zweeds vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

unzufrieden:
- missnöjd; förargad; förargat; misnöjt; missnöj7; sur; surt; förkrossad; förkrossat
Wiktionary:
- unzufrieden → missnöjd, missbelåten

Duits

Uitgebreide vertaling voor unzufrieden (Duits) in het Zweeds

unzufrieden:

unzufrieden bijvoeglijk naamwoord

unzufrieden (mißvergnügt; sauer; verärgert; ärgerlich; unwillig; mißmutig; gebrochen; aufgebracht; grimmig; verstimmt; säuerlich; verdrießlich; kribbelig; glücklos)
missnöjd
- missnöjd bijvoeglijk naamwoord
unzufrieden (verstimmt; ärgerlich; verdrießlich; mißvergnügt)
förargad; förargat; misnöjt
- förargad bijvoeglijk naamwoord
- förargat bijvoeglijk naamwoord
- misnöjt bijvoeglijk naamwoord
unzufrieden (verstimmt; erregt; mißvergnügt; sauer; aufgeregt; verärgert; ärgerlich; aufgebracht; erhitzt; säuerlich; unwillig; verdrießlich; kribbelig; mißmutig; agitiert)
missnöj7; sur; surt
- missnöj7 bijvoeglijk naamwoord
- sur bijvoeglijk naamwoord
- surt bijvoeglijk naamwoord
unzufrieden (übler Laune; verdrießlich; ärgerlich; mißvergnügt; verdrossen)
förkrossad; förkrossat
- förkrossad bijvoeglijk naamwoord
- förkrossat bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor unzufrieden:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sur		verbittern; ärgern
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förargad	mißvergnügt; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; ärgerlich	aufgebracht; aufgeregt; bitterböse; böse; empört; erbost; ergrimmt; erzürnt; grimmig; haßerfüllt; verstimmt; verärgert; ärgerlich
förargat	mißvergnügt; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; ärgerlich	bitterböse; grimmig
förkrossad	mißvergnügt; unzufrieden; verdrießlich; verdrossen; ärgerlich; übler Laune
förkrossat	mißvergnügt; unzufrieden; verdrießlich; verdrossen; ärgerlich; übler Laune	tieftraurig; trostlos; zu Tode betrübt
misnöjt	mißvergnügt; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; ärgerlich
missnöj7	agitiert; aufgebracht; aufgeregt; erhitzt; erregt; kribbelig; mißmutig; mißvergnügt; sauer; säuerlich; unwillig; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; verärgert; ärgerlich
missnöjd	aufgebracht; gebrochen; glücklos; grimmig; kribbelig; mißmutig; mißvergnügt; sauer; säuerlich; unwillig; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; verärgert; ärgerlich
sur	agitiert; aufgebracht; aufgeregt; erhitzt; erregt; kribbelig; mißmutig; mißvergnügt; sauer; säuerlich; unwillig; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; verärgert; ärgerlich	bitter; bitterlich; ergrimmt; erzürnt; geladen; grimmig; herb; sauer; verbissen; wütend; zornig; ärgerlich
surt	agitiert; aufgebracht; aufgeregt; erhitzt; erregt; kribbelig; mißmutig; mißvergnügt; sauer; säuerlich; unwillig; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; verärgert; ärgerlich	bitter; bitterlich; ergrimmt; erzürnt; geladen; grimmig; herb; sauer; sauer schmeckend; verbissen; wütend; zornig; ärgerlich

Synoniemen voor "unzufrieden":

bockig; gereizt; griesgrämig; launisch; missmutig; mürrisch; sauertöpfisch; schlecht drauf; schlecht gelaunt; verdrießlich

Wiktionary: unzufrieden

Cross Translation:

From	To	Via
• unzufrieden	→ missnöjd	↔ ontevreden — behoefte voelend om aanmerkingen te maken
• unzufrieden	→ missbelåten; missnöjd	↔ mécontent — Qui n’est pas satisfait de quelque chose ou de quelqu'un.

Remove Ads

Vertaal unzufrieden van Duits naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor unzufrieden (Duits) in het Zweeds

unzufrieden:

unzufrieden bijvoeglijk naamwoord

unzufrieden (mißvergnügt; sauer; verärgert; ärgerlich; unwillig; mißmutig; gebrochen; aufgebracht; grimmig; verstimmt; säuerlich; verdrießlich; kribbelig; glücklos)

unzufrieden (verstimmt; ärgerlich; verdrießlich; mißvergnügt)

unzufrieden (verstimmt; erregt; mißvergnügt; sauer; aufgeregt; verärgert; ärgerlich; aufgebracht; erhitzt; säuerlich; unwillig; verdrießlich; kribbelig; mißmutig; agitiert)

unzufrieden (übler Laune; verdrießlich; ärgerlich; mißvergnügt; verdrossen)

Vertaal Matrix voor unzufrieden:

Synoniemen voor "unzufrieden":

Wiktionary: unzufrieden