Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal verflucht

Vertaal verflucht van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verflucht:
  2. verfluchen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verflucht (Duits) in het Zweeds

verflucht:

verflucht bijvoeglijk naamwoord

  1. verflucht (verdammt; verflixt; verteufelt)
    förbannad; förbannat; fördömt
  2. verflucht (verteufelt)
    djävlar
  3. verflucht (verflixt; verdammt)
    satan; förbannad; djävulsk

Vertaal Matrix voor verflucht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
djävlar Dämonen; Teufel
satan Satan; Teufel; bösartig Wesen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
djävlar verflucht; verteufelt
djävulsk verdammt; verflixt; verflucht dämonenhaft; dämonisch; verdammt
förbannad gottverdammt; verdammt; verflixt; verflucht; verteufelt bitterböse; böse; erzürnt; fuchsteufelswild; giftig; rasend; tobend; verdammt; verdammt noch mal; wüst; wütend; zornig
förbannat gottverdammt; verdammt; verflixt; verflucht; verteufelt bitterböse; böse; ergrimmt; erzürnt; fuchsteufelswild; geladen; giftig; grimmig; rasend; sauer; tobend; verbissen; verdammt; verdammt noch mal; wüst; wütend; zornig; ärgerlich
fördömt gottverdammt; verdammt; verflixt; verflucht; verteufelt
satan verdammt; verflixt; verflucht

Wiktionary: verflucht

Cross Translation:
FromToVia
• verflucht → fördömd; sabla; jädrans; nedrans ↔ blasted — cursed

verflucht vorm van verfluchen:

verfluchen werkwoord (verfluche, verfluchst, verflucht, verfluchte, verfluchtet, verflucht)

  1. verfluchen (verwünschen; verdammen)
    fördöma; svärja; förbanna
    • fördöma werkwoord (fördömer, fördömde, fördömt)
    • svärja werkwoord (svärjar, svärjade, svärjat)
    • förbanna werkwoord (förbannar, förbannade, förbannat)

Conjugations for verfluchen:

Präsens
  1. verfluche
  2. verfluchst
  3. verflucht
  4. verfluchen
  5. verflucht
  6. verfluchen
Imperfekt
  1. verfluchte
  2. verfluchtest
  3. verfluchte
  4. verfluchten
  5. verfluchtet
  6. verfluchten
Perfekt
  1. habe verflucht
  2. hast verflucht
  3. hat verflucht
  4. haben verflucht
  5. habt verflucht
  6. haben verflucht
1. Konjunktiv [1]
  1. verfluche
  2. verfluchest
  3. verfluche
  4. verfluchen
  5. verfluchet
  6. verfluchen
2. Konjunktiv
  1. verfluchte
  2. verfluchtest
  3. verfluchte
  4. verfluchten
  5. verfluchtet
  6. verfluchten
Futur 1
  1. werde verfluchen
  2. wirst verfluchen
  3. wird verfluchen
  4. werden verfluchen
  5. werdet verfluchen
  6. werden verfluchen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verfluchen
  2. würdest verfluchen
  3. würde verfluchen
  4. würden verfluchen
  5. würdet verfluchen
  6. würden verfluchen
Diverses
  1. verfluch!
  2. verflucht!
  3. verfluchen Sie!
  5. verflucht
  6. verfluchend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verfluchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbanna Bann
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbanna verdammen; verfluchen; verwünschen ausstossen; fluchen; verbannen
fördöma verdammen; verfluchen; verwünschen ablehnen; aburteilen; anbringen; anzeigen; beanstanden; das Urteil sprechen; denunzieren; für unzweckmäßig erklären; mitteilen; petzen; schlecht bekannt machen; schlecht vorstellen; verdammen; verketzern; verpfeifen; verraten; verurteilen; zur Hölle wünschen
svärja verdammen; verfluchen; verwünschen einen Eid schwören; schwören

Synoniemen voor "verfluchen":


Wiktionary: verfluchen

Cross Translation:
FromToVia
• verfluchen → förbanna ↔ curse — to place a curse upon
• verfluchen → förbanna; fördöma ↔ maudire — lancer des imprécations contre quelqu’un pour qu’il lui arriver du mal.

Computer vertaling door derden:



Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0314 seconde
Page rendered in 1.0 seconds