Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verrostet:
  2. verrosten:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verrostet (Duits) in het Zweeds

verrostet:

verrostet bijvoeglijk naamwoord

  1. verrostet (rostig)
    rostig; rostigt

Vertaal Matrix voor verrostet:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rostig rostig; verrostet aus Eisen; eisenartig; eisenhaltig; rostig
rostigt rostig; verrostet rostig

verrosten:

verrosten werkwoord (verroste, verrostst, verrostet, verrostete, verrostetet, verrostet)

  1. verrosten (rosten; einrosten)
    rosta
    • rosta werkwoord (rostar, rostade, rostat)

Conjugations for verrosten:

Präsens
  1. verroste
  2. verrostst
  3. verrostet
  4. verrosten
  5. verrostet
  6. verrosten
Imperfekt
  1. verrostete
  2. verrostetest
  3. verrostete
  4. verrosteten
  5. verrostetet
  6. verrosteten
Perfekt
  1. bin verrostet
  2. bist verrostet
  3. ist verrostet
  4. sind verrostet
  5. seid verrostet
  6. sind verrostet
1. Konjunktiv [1]
  1. verroste
  2. verrostest
  3. verroste
  4. verrosten
  5. verrostet
  6. verrosten
2. Konjunktiv
  1. verrostete
  2. verrostetest
  3. verrostete
  4. verrosteten
  5. verrostetet
  6. verrosteten
Futur 1
  1. werde verrosten
  2. wirst verrosten
  3. wird verrosten
  4. werden verrosten
  5. werdet verrosten
  6. werden verrosten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verrosten
  2. würdest verrosten
  3. würde verrosten
  4. würden verrosten
  5. würdet verrosten
  6. würden verrosten
Diverses
  1. verrost!
  2. verrostt!
  3. verrosten Sie!
  4. verrostet
  5. verrostend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verrosten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rosta einrosten; rosten; verrosten braten

Synoniemen voor "verrosten":


Wiktionary: verrosten


Cross Translation:
FromToVia
verrosten rosta rust — to oxidise