Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal verscherzen

Vertaal verscherzen van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verscherzen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verscherzen (Duits) in het Zweeds

verscherzen:

verscherzen werkwoord (verscherze, verscherzt, verscherzte, verscherztet, verscherzt)

  1. verscherzen (verspielen; verwirken)
    förlora; förspilla; mista
    • förlora werkwoord (förlorar, förlorade, förlorat)
    • förspilla werkwoord (förspiller, förspillde, förspillt)
    • mista werkwoord (mistar, mistade, mistat)
  2. verscherzen (verspielen; verwirken; ausspielen)
    sträcka en muskel
    • sträcka en muskel werkwoord (sträcker en muskel, sträckte en muskel, sträckt en muskel)

Conjugations for verscherzen:

Präsens
  1. verscherze
  2. verscherzt
  3. verscherzt
  4. verscherzen
  5. verscherzt
  6. verscherzen
Imperfekt
  1. verscherzte
  2. verscherztest
  3. verscherzte
  4. verscherzten
  5. verscherztet
  6. verscherzten
Perfekt
  1. habe verscherzt
  2. hast verscherzt
  3. hat verscherzt
  4. haben verscherzt
  5. habt verscherzt
  6. haben verscherzt
1. Konjunktiv [1]
  1. verscherze
  2. verscherzest
  3. verscherze
  4. verscherzen
  5. verscherzet
  6. verscherzen
2. Konjunktiv
  1. verscherzete
  2. verscherzetest
  3. verscherzete
  4. verscherzeten
  5. verscherzetet
  6. verscherzeten
Futur 1
  1. werde verscherzen
  2. wirst verscherzen
  3. wird verscherzen
  4. werden verscherzen
  5. werdet verscherzen
  6. werden verscherzen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verscherzen
  2. würdest verscherzen
  3. würde verscherzen
  4. würden verscherzen
  5. würdet verscherzen
  6. würden verscherzen
Diverses
  1. verscherz!
  2. verscherzt!
  3. verscherzen Sie!
  5. verscherzt
  6. verscherzend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verscherzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förlora Niederlage; Schlappe; Verlieren; Verlust
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förlora verscherzen; verspielen; verwirken abhanden kommen; abhandenkommen; loswerden; verlegen; verlieren; verloren gehen; verlorengehen; verschleppen; wegschaffen
förspilla verscherzen; verspielen; verwirken
mista verscherzen; verspielen; verwirken abhanden kommen; abhandenkommen; verlieren; verloren gehen
sträcka en muskel ausspielen; verscherzen; verspielen; verwirken

Synoniemen voor "verscherzen":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0190 seconde
Page rendered in 1.0 seconds