Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vollzählig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor vollzählig (Duits) in het Zweeds

vollzählig:

vollzählig bijvoeglijk naamwoord

  1. vollzählig (gänzlich; komplett; total; )
    allt
    • allt bijvoeglijk naamwoord
  2. vollzählig (komplett)
    komplett; full
  3. vollzählig (vollzeitig; vollständig; ganz; )
    heltid
    • heltid bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor vollzählig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allt ganz; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; vollzählig; völlig alle; alles; einjeder; ganz; gänzlich; jede; jeder; jedes; komplett; total; vollkommen; vollständig; völlig
full komplett; vollzählig besoffen; betrunken
heltid ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; vollzeitig; vollzählig; völlig
komplett komplett; vollzählig abgerundet; abgeschlossen

Computer vertaling door derden: