Vorsichtig in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

vorsichtig:
- försiktigt; iaktagen; vaken; vaket; omtänksamt; skonsamt; skonsam; varsam; varsamt; försiktig; betänksamt
Wiktionary:
- vorsichtig → försiktig, varsam
- vorsichtig → försiktig, förtänksam

Duits

Uitgebreide vertaling voor vorsichtig (Duits) in het Zweeds

vorsichtig (wachsam; aufmerksam; besonnen; bedachtsam; bedacht; umsichtig; behutsam)
försiktigt; iaktagen; vaken; vaket
- försiktigt bijvoeglijk naamwoord
- iaktagen bijvoeglijk naamwoord
- vaken bijvoeglijk naamwoord
- vaket bijvoeglijk naamwoord
vorsichtig (sorgfältig; akkurat; bedachtsam)
försiktigt; omtänksamt; skonsamt; skonsam; varsam; varsamt
- försiktigt bijvoeglijk naamwoord
- omtänksamt bijvoeglijk naamwoord
- skonsamt bijvoeglijk naamwoord
- skonsam bijvoeglijk naamwoord
- varsam bijvoeglijk naamwoord
- varsamt bijvoeglijk naamwoord
vorsichtig (bedächtig; behutsam; besonnen; bedachtsam; umsichtig)
försiktig; försiktigt; betänksamt
- försiktig bijvoeglijk naamwoord
- försiktigt bijvoeglijk naamwoord
- betänksamt bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
betänksamt	bedachtsam; bedächtig; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig
försiktig	bedachtsam; bedächtig; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig	gründlich; prüde; sorgfältig
försiktigt	akkurat; aufmerksam; bedacht; bedachtsam; bedächtig; behutsam; besonnen; sorgfältig; umsichtig; vorsichtig; wachsam	duldsam; edel; gnädig; gutherzig; jovial; mild; milde; nicht nachtragend; samtartig; sanft; sanftmütig; tolerant; weich
iaktagen	aufmerksam; bedacht; bedachtsam; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam
omtänksamt	akkurat; bedachtsam; sorgfältig; vorsichtig	bescheiden; diskret; einfach; fürsorglich; große Sorge; schlicht; sorgfältig; sorgsam
skonsam	akkurat; bedachtsam; sorgfältig; vorsichtig
skonsamt	akkurat; bedachtsam; sorgfältig; vorsichtig
vaken	aufmerksam; bedacht; bedachtsam; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam	aufgeweckt; flott; lebendig; lebhaft; munter; quick; schlagfertig; wach; wacker
vaket	aufmerksam; bedacht; bedachtsam; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam	aufgeweckt; flott; lebendig; lebhaft; munter; quick; schlagfertig; wach; wacker
varsam	akkurat; bedachtsam; sorgfältig; vorsichtig
varsamt	akkurat; bedachtsam; sorgfältig; vorsichtig

achtsam; auf der Hut; behutsam; mit Bedacht; mit Vorsicht; sachte; sorgfältig; sorgsam; wachsam; zaghaft; zurückhaltend

vorsichtig

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• vorsichtig	→ försiktig	↔ careful — cautious
• vorsichtig	→ förtänksam	↔ prudent — sagacious in adapting means to ends
• vorsichtig	→ försiktig	↔ prudent — Qui ne prend pas de risque immodéré, qui prend des précautions, sage.