Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vorziehen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor vorziehen (Duits) in het Zweeds

vorziehen:

vorziehen werkwoord

  1. vorziehen (bevorzugen; wählen)
    föredra
    • föredra werkwoord (föredraer, föredrog, föredragit)
  2. vorziehen (früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen)
    befordra; påskynda; befrämja
    • befordra werkwoord (befordrar, befordrade, befordrat)
    • påskynda werkwoord (påskyndar, påskyndade, påskyndat)
    • befrämja werkwoord (befrämjar, befrämjade, befrämjat)

Vertaal Matrix voor vorziehen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
befordra früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen; vorziehen avancieren; befördern; hinüberbringen; hinüberfahren; jemand begunstigen; transportieren; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen; übertragen
befrämja früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen; vorziehen avancieren; befördern
föredra bevorzugen; vorziehen; wählen auslesen; auswählen; herauspicken; heraussuchen; jemand begunstigen; selektieren; sichten; sieben; sortieren; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen
påskynda früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen; vorziehen animieren; anspornen; avancieren; befördern; beschleunigen; ermuntern; ermutigen; motivieren; stimulieren

Synoniemen voor "vorziehen":


Wiktionary: vorziehen

vorziehen
verb
  1. etwas lieber mögen, bevorzugen

Cross Translation:
FromToVia
vorziehen föredraga; föredra prefer — to favor