Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wenngleich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wenngleich (Duits) in het Zweeds

wenngleich:

wenngleich bijvoeglijk naamwoord

  1. wenngleich (obgleich; obschon; obwohl; wiewohl)
    fastän; låt vara

Vertaal Matrix voor wenngleich:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fastän obgleich; obschon; obwohl; wenngleich; wiewohl
låt vara obgleich; obschon; obwohl; wenngleich; wiewohl

Synoniemen voor "wenngleich":


Wiktionary: wenngleich

wenngleich
  1. obgleich, obwohl

Cross Translation:
FromToVia
wenngleich ehuru; även om albeit — despite its being; although

Computer vertaling door derden: