Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Gebäckstück

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Gebäckstück

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gebäckstück (Duits) in het Zweeds

Gebäckstück: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Gebäck: bakelse; kaka; kex; skorpa; tårta; mjuk kaka
Stück: del; element; ingrediens; beståndsdel; bit; skådespel; kontingent; stycke; klump; portion; klimp; kupong; voucher; skiva; liten del; duk; trasa; putstrasa; sektion; segment; liten bit

Spelling Suggesties voor: Gebäckstück

Searching for suggestions...

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Suggesties voor Gebäckstück in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: Gebäckstück

Searching for suggestions...

Computer vertaling door derden: