Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- adverb:
-
Wiktionary:
- adverb → Adverb, Umstandswort
- adverb → Umstandswort, Adverb
Engels
Uitgebreide vertaling voor adverb (Engels) in het Duits
adverb:
-
the adverb (adv.)
– the word class that qualifies verbs or clauses 1
Vertaal Matrix voor adverb:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Adverb | adv.; adverb |
Verwante woorden van "adverb":
Synoniemen voor "adverb":
Verwante definities voor "adverb":
Wiktionary: adverb
adverb
Cross Translation:
noun
adverb
-
lexical category
- adverb → Adverb; Umstandswort
noun
-
Linguistik: Deutsche Bezeichnung für Adverb; Wortart, welche die Funktion hat, die Umstände von Tätigkeiten, Personen, Gegenständen, Ereignissen, Eigenschaften und Verhältnissen zu spezifizieren, also genauer zu beschreiben. Adverbien werden dabei nicht Flexion.
-
Linguistik, Wortarten: Bezeichnung für eine Wortart, welche die Funktion hat, die Umstände von Tätigkeiten, Personen, Gegenständen, Ereignissen, Eigenschaften und Verhältnissen zu spezifizieren, also genauer zu beschreiben. Adverbien werden dabei nicht Flexion.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• adverb | → Umstandswort; Adverb | ↔ bijwoord — een woord dat een bijvoeglijk naamwoord, een werkwoord, een telwoord of een ander bijwoord nader bepaalt |
• adverb | → Adverb; Umstandswort | ↔ adverbe — En grammaire |