Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor caretakers (Engels) in het Duits

caretakers:

caretakers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the caretakers (attendants)
    der Concierges; der Hausmeister
  2. the caretakers
    der Hausmeister

Vertaal Matrix voor caretakers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Concierges attendants; caretakers
Hausmeister attendants; caretakers attendants; caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor

Verwante woorden van "caretakers":


caretaker:

caretaker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the caretaker (animal foster; attendant; facilitator; nurse; orderly)
    der Tierpfleger; der Betreuer; der Aufseher
  2. the caretaker
    der Hausmeister
  3. the caretaker (janitor; hall porter; doorkeeper)
    der Hausmeister; der Pförtner; der Portier; der Hauswart; der Schließer; der Schlag; der Hauswirt
  4. the caretaker (carer; attendant)
    die Betreuerin

Vertaal Matrix voor caretaker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufseher animal foster; attendant; caretaker; facilitator; nurse; orderly aide; attendant; attendants; bobby; bodyguard; curator; door-keeper; foremen; gendarme; guard; guardian; inspectors; observers; sentry; superintendant; superintendent; supervisor; supervisors; surveillants; tutor; usher; village policeman; warder; watchman
Betreuer animal foster; attendant; caretaker; facilitator; nurse; orderly babysitter; child minder; nanny; nurse
Betreuerin attendant; carer; caretaker
Hausmeister caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor attendants; caretakers; janitor
Hauswart caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor
Hauswirt caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor landlord
Pförtner caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor
Portier caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor attendant; concierge; doorkeeper; doorkeepers; doorman; doormen; guard; porter; sentry; warder; watchman
Schlag caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor bellbottomed trouser leg; blow; bolt; buffer; bump; bumper; clap of thunder; clout; flare; flash of lightning; jab; knock; loose-fitting leg; nudge; pigeon house; punch; push; shove; slap; smack; species; streak; thrust; thud; thump; thunderbolt; wallop; whopper
Schließer caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor shutter
Tierpfleger animal foster; attendant; caretaker; facilitator; nurse; orderly

Verwante woorden van "caretaker":


Synoniemen voor "caretaker":


Verwante definities voor "caretaker":

  1. a custodian who is hired to take care of something (property or a person)1
  2. an official who performs the duties of an office temporarily1
    • he acted as a caretaker until a new president could be elected1

Wiktionary: caretaker

caretaker
noun
  1. One who takes care of a person.
caretaker
noun
  1. Person, die für die Instandhaltung eines Gebäudes zuständig ist
  2. österreichisch: Person, die für die Instandhaltung eines Gebäudes zuständig ist

Cross Translation:
FromToVia
caretaker Hausmeister conciërge — een huisbewaarder, een toezichter in een gebouw
caretaker Hausmeister concierge — Celui, celle qui a la garde d’un immeuble.
caretaker Pfleger tuteur — Celui, celle à qui la tutelle confier.

Computer vertaling door derden: