Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. constructor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor constructor (Engels) in het Duits

constructor:

constructor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the constructor (building contractor; builder)
    der Bauunternehmer
  2. the constructor
    – A special initialization function that is called automatically whenever an instance of a class is declared. This function prevents errors that result from the use of uninitialized objects. The constructor must have the same name as the class itself and must not return a value. 1

Vertaal Matrix voor constructor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bauunternehmer builder; building contractor; constructor builder; building contractor; contractor
- builder
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Konstruktor constructor
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- designer

Verwante woorden van "constructor":

  • constructors

Synoniemen voor "constructor":


Verwante definities voor "constructor":

  1. someone who contracts for and supervises construction (as of a building)2
  2. A special initialization function that is called automatically whenever an instance of a class is declared. This function prevents errors that result from the use of uninitialized objects. The constructor must have the same name as the class itself and must not return a value.1

Wiktionary: constructor

constructor
noun
  1. in object oriented programming: code that creates objects
constructor
noun
  1. Informatik, objektorientierte Programmierung: Methode, die zur Erzeugung und Initialisierung eines abstrakten Datentyps, eines Objekts, aufgerufen wird

Verwante vertalingen van constructor