Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. messenger:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor messenger (Engels) in het Duits

messenger:

messenger [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the messenger
    der Bote; der Herold
    • Bote [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Herold [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. the messenger (delivery-man; courier; carrier)
    der Kurier; der Zusteller; der Bote; der Eilbote; der Laufbursche; der Laufjunge
    • Kurier [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zusteller [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bote [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Eilbote [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Laufbursche [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Laufjunge [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. the messenger (express letter; courier)
    der Kurier; der Eilbote; der Eilbrief
    • Kurier [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Eilbote [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Eilbrief [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor messenger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bote carrier; courier; delivery-man; messenger carrier; courier; delivery-man; forerunner; harbinger; herald; mailman; postman
Eilbote carrier; courier; delivery-man; express letter; messenger carrier; courier; delivery-man; express courier; mailman; postman
Eilbrief courier; express letter; messenger express delivery; express letter; special delivery; urgent document
Herold messenger herald
Kurier carrier; courier; delivery-man; express letter; messenger carrier; courier; delivery-man; express courier; mailman; postman
Laufbursche carrier; courier; delivery-man; messenger carpenter's apprentice; carrier; courier; delivery-man; mailman; messenger boy; postman
Laufjunge carrier; courier; delivery-man; messenger carrier; courier; delivery-man; mailman; messenger boy; postman
Zusteller carrier; courier; delivery-man; messenger carrier; courier; delivery-man; mailman; postman
- courier

Verwante woorden van "messenger":


Synoniemen voor "messenger":


Verwante definities voor "messenger":

  1. a person who carries a message1

Wiktionary: messenger

messenger
noun
  1. one who brings messages
messenger
noun
  1. Person, die etwas überbringen (zum Beispiel eine Botschaft (Nachricht))

Cross Translation:
FromToVia
messenger Kurier; Bote koerier — beroep|nld persoon of instantie die berichten, pakjes enz. ophaalt, vervoert en aflevert
messenger Bote bode — iemand die gezonden wordt om een bericht, dienst, voorwerp enz. af te leveren

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van messenger