Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ministry:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ministry (Engels) in het Duits

ministry:

ministry [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ministry (department; office)
    Ministerium; die Abteilung; die Zweigstelle
  2. the ministry
    Ministerium

Vertaal Matrix voor ministry:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abteilung department; ministry; office branch; brigade; department; detachment; division; section; ward
Ministerium department; ministry; office departments
Zweigstelle department; ministry; office annex; auxiliary branche; branch; branch office; chain store; department; extension; multiple shop; multiple store; sub-office

Verwante woorden van "ministry":

  • ministries

Synoniemen voor "ministry":


Verwante definities voor "ministry":

  1. the work of a minister of religion1
    • he is studying for the ministry1
  2. building where the business of a government department is transacted1
  3. religious ministers collectively (especially Presbyterian)1
  4. a government department under the direction of a minister1

Wiktionary: ministry

ministry
noun
  1. government department
ministry
noun
  1. oberste Behörde eines Staates unter der Leitung eines Ministers
  2. ein Gebäude, in dem [1] seinen Sitz hat
  3. Politik: Ministerium eines Staates, welches für außenpolitische Beziehungen mit anderen Staaten verantwortlich ist

Cross Translation:
FromToVia
ministry Ministerium ministère — L’emploi, la charge qu’on exercer.

Verwante vertalingen van ministry