Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. norms:
  2. norm:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor norms (Engels) in het Duits

norms:

norms [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the norms (averages)
    die Durchschnitten; die Durchmesser; die Schnitten

Vertaal Matrix voor norms:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Durchmesser averages; norms center line; cross-cut; cuts; cuttings; diameter; diameters; intersections; piercings; profile; section; sections; slashes
Durchschnitten averages; norms
Schnitten averages; norms

Verwante woorden van "norms":


norm:

norm [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the norm (standard; measure)
    der Standard; die Norm; die Standarte
    • Standard [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Norm [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Standarte [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor norm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Norm measure; norm; standard standard
Standard measure; norm; standard default; standard
Standarte measure; norm; standard banner; flag; pendant; pendent; pennant; pennon; small flag; standard; vane
- average

Verwante woorden van "norm":


Synoniemen voor "norm":


Verwante definities voor "norm":

  1. a statistic describing the location of a distribution1
    • it set the norm for American homes1
  2. a standard or model or pattern regarded as typical1
    • the current middle-class norm of two children per family1

Wiktionary: norm

norm
noun
  1. in analysis
  2. rule that is enforced by members of a community
  3. that which is normal
norm
noun
  1. -

Verwante vertalingen van norms