Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal observers

Vertaal observers van Engels naar Duits

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

observers:
- Aufsichtsbeamten; Aufseher; Beobachter
observer:
- Beobachter; Observator; Zuschauer; Zuhörer
Wiktionary:
- observer → Beobachterin, Beobachter, Betrachterin, Betrachter

Engels

Uitgebreide vertaling voor observers (Engels) in het Duits

observers:

observers [the ~] zelfstandig naamwoord

the observers (supervisors; superintendent; foremen; inspectors)
die Aufsichtsbeamten; die Aufseher
- Aufsichtsbeamten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Aufseher [die ~] zelfstandig naamwoord
the observers
der Beobachter
- Beobachter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor observers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aufseher	foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors	aide; animal foster; attendant; attendants; bobby; bodyguard; caretaker; curator; door-keeper; facilitator; gendarme; guard; guardian; inspectors; nurse; orderly; sentry; superintendant; supervisor; supervisors; surveillants; tutor; usher; village policeman; warder; watchman
Aufsichtsbeamten	foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors	inspectors; supervisors
Beobachter	observers	observer; onlooker; spectator

Verwante woorden van "observers":

observer

observers vorm van observer:

observer [the ~] zelfstandig naamwoord

the observer (onlooker)
der Beobachter; der Observator
- Beobachter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Observator [der ~] zelfstandig naamwoord
the observer (looker-on; onlooker; watcher; spectator; viewer)
der Zuschauer
- Zuschauer [der ~] zelfstandig naamwoord
the observer (listener; auditor)
der Zuhörer
- Zuhörer [der ~] zelfstandig naamwoord
the observer
der Beobachter
- Beobachter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor observer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beobachter	observer; onlooker	observers; onlooker; spectator
Observator	observer; onlooker
Zuhörer	auditor; listener; observer	listener
Zuschauer	looker-on; observer; onlooker; spectator; viewer; watcher	binoculars; bystander; spectator; telescope; television viewer; viewer; witness
-	beholder; commentator; perceiver; percipient

Verwante woorden van "observer":

observers

Synoniemen voor "observer":

perceiver; percipient; beholder; person; individual; someone; somebody; mortal; soul
commentator; expert

Verwante definities voor "observer":

a person who becomes aware (of things or events) through the senses¹
an expert who observes and comments on something¹

Wiktionary: observer

observer

noun

he who makes observations, monitors or takes notice
- observer → Beobachterin; Beobachter

observer

noun

Eine weibliche Person, die sich etwas anschauen.
- Betrachterin → observer
jemand, der sich etwas anschauen
- Betrachter → observer
jemand, der eine Person oder Situation beobachten
- Beobachter → observer

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University