Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal peaceable

Vertaal peaceable van Engels naar Duits

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

peaceable:
- friedlich; friedfertig; friedliebend; gewaltlos
peace:
- Friedenszeiten; Ruhe; Frieden; Friedlichkeit; Stille; Friede
Wiktionary:
- peaceable → friedliebend, friedfertig
- peace → Ruhe, Frieden, Friede, Scheinfriede, Pax
- peace → Frieden, Friede

Engels

Uitgebreide vertaling voor peaceable (Engels) in het Duits

peaceable:

peaceable bijvoeglijk naamwoord

peaceable
friedlich; friedfertig; friedliebend; gewaltlos
- friedlich bijvoeglijk naamwoord
- friedfertig bijvoeglijk naamwoord
- friedliebend bijvoeglijk naamwoord
- gewaltlos bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor peaceable:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	pacific; peace-loving; peaceful
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
friedfertig	peaceable	calm; calmly; collected; composed; peaceful; placid; quiet; quietly; restful; serene; silent; still; tranquil; unemotional; uneventful
friedlich	peaceable	calm; calmly; collected; composed; cool; equanimous; forbearing; nonviolent; peaceful; permissive; placid; quiet; quietly; restful; serene; silent; still; tolerant; tranquil; unemotional; uneventful
friedliebend	peaceable	calm; calmly; collected; composed; peaceful; placid; quiet; quietly; restful; serene; silent; still; tranquil; unemotional; uneventful
gewaltlos	peaceable	nonviolent

Verwante woorden van "peaceable":

peace

Synoniemen voor "peaceable":

peace-loving; peaceful
pacific

Verwante definities voor "peaceable":

not disturbed by strife or turmoil or war¹
disposed to peace or of a peaceful nature¹
- a quiet and peaceable person¹
- in a peaceable and orderly manner¹
inclined or disposed to peace¹
- they met in a peaceable spirit¹

Wiktionary: peaceable

peaceable

adjective

in favour of peace
- peaceable → friedliebend

peaceable

adjective

immer bereit, sich ohne Streit zu einigen; friedlich bleibend
- friedfertig → peaceable

peaceable vorm van peace:

peace [the ~] zelfstandig naamwoord

the peace (time of peace)
die Friedenszeiten
- Friedenszeiten [die ~] zelfstandig naamwoord
the peace (silence; quiet)
die Ruhe; der Frieden; die Friedlichkeit; die Stille
- Ruhe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Frieden [der ~] zelfstandig naamwoord
- Friedlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stille [die ~] zelfstandig naamwoord
the peace
Friede
- Friede

Vertaal Matrix voor peace:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Frieden	peace; quiet; silence	quiet; silence
Friedenszeiten	peace; time of peace
Friedlichkeit	peace; quiet; silence
Ruhe	peace; quiet; silence	calmness; quiet; silence; silences
Stille	peace; quiet; silence	quiet; reticence; silence; silences; taciturnity
-	ataraxis; heartsease; pacification; peace of mind; peace treaty; peacefulness; public security; repose; serenity
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Friede	peace

Verwante woorden van "peace":

peaceable, peaces

Synoniemen voor "peace":

order
harmony; concord; concordance
peacefulness; peace of mind; repose; serenity; heartsease; ataraxis; tranquillity; tranquility; quietness; quietude
public security; security
peace treaty; pacification; treaty; pact; accord

Antoniemen van "peace":

war

Verwante definities voor "peace":

a treaty to cease hostilities¹
- peace came on November 11th¹
the absence of mental stress or anxiety¹
harmonious relations; freedom from disputes¹
- the roommates lived in peace together¹
the state prevailing during the absence of war¹
the general security of public places¹
- he was arrested for disturbing the peace¹

Wiktionary: peace

peace

noun

tranquility, quiet, harmony
- peace → Ruhe; Frieden
state of mind
- peace → Ruhe; Frieden
harmony, lack of conflict in personal relations
- peace → Frieden
state of being free from war
- peace → Frieden; Friede; Scheinfriede

peace

noun

Friede, meist in Verbindungen gebraucht
- Pax → peace
Religion, gehoben: religiöse Erfüllung, Segen
- Frieden → peace
Zustand harmonischen Miteinanders
- Frieden → peace
Ruhe, beruhigende Stille
- Frieden → peace
kurz für: Friedensschluss, Friedensvertrag
- Frieden → peace
vertraglich gesichertes Miteinander verschiedener Staaten, das durch Abwesenheit von Gewalt (und speziell von Krieg) gekennzeichnet ist
- Frieden → peace

Cross Translation:

From	To	Via
• peace	→ Frieden	↔ vrede — het ontbreken van oorlog
• peace	→ Frieden; Friede	↔ paix — calme, repos, silence, éloignement du bruit ou des affaires.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University