Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. possessor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor possessor (Engels) in het Duits

possessor:

possessor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the possessor (owner; holder; proprietor; bearer)
    der Besitzer; der Eigentümer; der Inhaber; die Besitzerin; der Eigentümerin; der Lizenzinhaber; die Inhaberin
  2. the possessor (proprietress)
    der Eigentümerin; die Besitzerin; die Inhaberin; die Halterin
  3. the possessor (holder)
    die Eigentümerin; die Inhaberin; die Besitzerin

Vertaal Matrix voor possessor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Besitzer bearer; holder; owner; possessor; proprietor maintainer; owner; upholder
Besitzerin bearer; holder; owner; possessor; proprietor; proprietress
Eigentümer bearer; holder; owner; possessor; proprietor
Eigentümerin bearer; holder; owner; possessor; proprietor; proprietress
Halterin possessor; proprietress
Inhaber bearer; holder; owner; possessor; proprietor bearer; licence-holder; licencee; licensee
Inhaberin bearer; holder; owner; possessor; proprietor; proprietress
Lizenzinhaber bearer; holder; owner; possessor; proprietor licence-holder; licencee; licensee
- owner

Verwante woorden van "possessor":

  • possessors

Synoniemen voor "possessor":


Verwante definities voor "possessor":

  1. a person who owns something1

Wiktionary: possessor

possessor
noun
  1. One who possesses