Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. retrospectively:
  2. retrospective:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor retrospectively (Engels) in het Duits

retrospectively:

retrospectively bijwoord

  1. retrospectively (after all; in retrospect)
    sließlich

Vertaal Matrix voor retrospectively:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sließlich after all; in retrospect; retrospectively

Verwante woorden van "retrospectively":


Verwante definities voor "retrospectively":

  1. in a manner contemplative of past events1
    • retrospectively, he seems like a great artist1

retrospective:

retrospective bijvoeglijk naamwoord

  1. retrospective
    retrospektiv; rückblickend

retrospective [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the retrospective
    – A meeting that occurs at the end of a sprint (iteration of development) in which the team evaluates the way they worked with the intent of making improvements in the upcoming sprint. 2

Vertaal Matrix voor retrospective:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Retrospektive retrospective
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- retroactive
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
retrospektiv retrospective
rückblickend retrospective

Verwante woorden van "retrospective":


Synoniemen voor "retrospective":


Antoniemen van "retrospective":


Verwante definities voor "retrospective":

  1. concerned with or related to the past1
    • retrospective self-justification1
  2. an exhibition of a representative selection of an artist's life work1
  3. A meeting that occurs at the end of a sprint (iteration of development) in which the team evaluates the way they worked with the intent of making improvements in the upcoming sprint.2

Wiktionary: retrospective

retrospective
adjective
  1. of, relating to, or contemplating the past
  2. looking backwards
  3. affecting or influencing past things; retroactive
retrospective
adjective
  1. in nachträglicher Betrachtung der Vergangenheit

Cross Translation:
FromToVia
retrospective retrospektiv; rückblickend terugblikkend — terugkijkend naar het verl
retrospective rückblickend; retrospektiv retrospectief — terugkijkend naar het verleden
retrospective zurückblickend rétrospectif — Qui regarde le passé (1)
retrospective rückblickend; rückschauend rétrospectif — De la contemplation du passé (2):